zondag 29 april 2012

Van A tot Z


(De A is Astrantia, de Z is Zeeuws Knoopje)

Gossiepietje, daar ben ik me toch weer in een kuil van een 'hype' gevallen....

De aanleiding was de tuin. Of in ieder geval een deel ervan.
Het is een fikse L-vormige border die nu bevolkt wordt door zeer snel groeiende brandnetels.
Overigens kun je brandnetels, naar het schijnt althans, heel goed eten.
Je kunt de stengels 'roten' om er na heel veel moeite een spinbaar materiaal van te maken en er zullen vast nog wel meer toepassingen zijn.
Enfin, ik zie dit brandende onkruid niet graag.

Daarbij komt dat het straks als de verbouwing klaar is en er een entree gemaakt wordt naar de wolwerkplaats, annex cursusruimte en verkoopplek, je meteen oog in oog staat met deze groene en gemene plaag.
De klanten en cursisten lopen meteen gillend weg.

Ik loop dus te broeden op een tuinplan voor deze strook grond.
Eén van mijn favoriete planten is de Astrantia.
Oftewel, het Zeeuws Knoopje.


Maar of die redelijk kleiminnende, met kantachtige bloemschermen bezaaide plant het er gaat doen, ik heb grote twijfels.
Dan zit ik straks met zieltogende zeeuwen die het in het zand van Drenthe niet echt naar hun zin hebben.
Remigratie naar de provincie van de voorkeur is ook weer zo'n mijl op zeven.

Het Zeeuwse Knoopje is natuurlijk niet alleen de plant maar ook het sieraad.
Vroeger had ik een ringetje met zo'n bolvormig knopje.


Op de zondagen, de dag des Heren, werd ik in de zondagse kleertjes gehesen.
En daar begon de ellende.
Mijn oma was een verwoed haakster.
Een aantal keren per jaar reden mijn moeder en mijn oma naar Leiden naar de 3 Suisses winkel.
Er moest nieuw garen ingeslagen worden om in de haakdrift van mijn grootmoeder te voorzien.
Haakdrift is nog zacht uitgedrukt, het was een regelrechte verslaving!!

Op een slechte dag (voor mij) vond mijn oma een schattig patroontje voor een gehaakte kinder-jurk.
Dat kwam goed uit, ik zou het gewillige slachtoffer gaan worden van de haakpassie van mijn oma.
Er werd roze en witte wol gekocht. PRIKWOL!
Fanatiek werden de eerste toeren voor het lijfje gehaakt.
De aangerimpelde rok volgde ettelijke toeren later.
De randen van hals, mouwen en onderkant van de rok werden opgeleukt met witte wol.

Daar liep ik dus op alle zondagen van de lente- en zomermaanden, met een gehaakte prikjurk, een bedelarmbandje waarvan de slurf van de olifantbedel zo naar haakte in de wol en een "Zeeuwse Knoopjes" ring.
En daar bleef ik ook al mee hangen in de gehaakte toeren....
"Kind doe toch eens voorzichtig, weer een ophaal in de wol" riep mijn moeder dan.
Maar ik ontkwam niet aan de jurk. Mijn grootouders woonden namelijk direct naast ons.
Ik moest uit beleefdheid de jurk dragen.
Mijn moeder beloofde me dat ik het volgend jaar wel uit de jurk gegroeid zou zijn.
Aan het begin van de volgende lente werden de voorjaarstenues weer uit de kast gehaald en gepast.
Wat niet meer paste ging naar nichtjes.
Helaas de jurk REKTE MEE!!!!
Van mijn vijfde tot aan mijn negende, heb ik in de vermaledijde gehaakte jurk mijn zondagen uitgezeten.
De bedelarmband en het ringetje met de Zeeuwse knoop, beletten spel en activiteit.

Opeens is de "Zeeuwse Knoop" dus weer helemaal terug van weggeweest.
Bakblikken, zeepjes, cupcake's en zelfs gehaakt kwam ik ze tegen op het internet.

Lieve oma's, doe uw kleindochters nooit een met prikwol gehaakte jurk aan.
Ga fijn 'Granny Squares', of Zeeuwse Knoopjes haken.
Dat is ook hartstikke hip!



1 opmerking:

  1. Wat een super verhaal, die jurk! Zoiets heb ik ook meegemaakt, een gebreid zwempak. Als het nat werd rekte het helemaal uit, het resultaat is dat ik nooit heb leren zwemmen.

    BeantwoordenVerwijderen