zaterdag 31 maart 2012

De lente is in volle gang


April is het al bijna.
De 'grasmaand', maar omdat boeren altijd willen en moeten klagen, doe ik daar als 'hobbyboerin', maar even goed aan mee.

Ik wacht op regen.........
Dat hebben we in weken namelijk al niet meer mogen ontvangen uit de hand, of zo u wilt de schoot of welk lichaamsdeel van Moeder Natuur dan ook.

Dat is dus een klein beetje een probleem aan het worden.
Misschien heeft het bij u vandaag wel een lekker buitje gegeven, hier in het noorden des lands, valt er geen druppel.

U zult nu wel denken, wat zit ze nu te zeuren, maar zonder een ordentelijke regenbui, groeit het gras niet goed.
Weinig vers gras betekent bijvoeren.
Nu doen we dat al de hele winter, maar het is prettiger voor de schapen als ze wat meer te doen hebben.
Al grazend lopen ze meer rond, dat is beter voor hun gezondheid en het is voor ons stukken goedkoper.
Al die balen kuilvoer en die zakken schapenbrok, dat is een behoorlijke aanslag op de portemonnee.
En goed voeren is belangrijk. Je merkt het al heel snel als een schaap in de "magere' maanden, weinig te eten heeft gehad.
Dorre en droge wol, geen glans en de kwaliteit is waardeloos.

Dus doe ik maar een schietgebedje naar de weergoden en hoop ik op een beetje water.

En niets is mooier dan springende lammetjes op een ordentelijk groene wei!

Dat frisse groen staat nu als kleurthema centraal op de website van kleiendraad

donderdag 29 maart 2012

De man die ook hovenieren kan....


De man die ook een beetje hovenieren kan is mijn jongste broer Rob.
Hij is gek op masjientjes.
Of ze nu oud of redelijk nieuw zijn, Rob geeft er graag een beetje geld aan uit.
Zo kwam hij in het bezit van een grond- (of tuin)frees.
Hartstikke oud, een beetje aftands en het lijkt een martelwerktuig voor de tuin.
Nou, dat is het dan ook!
Ik ben vergeten om er op tijd een kiekje van te nemen dus u moet het doen met het equivalent wat qua afbeeldingen te vinden is op het internet.

Maar, van een mooi bord kun je niet eten.
Het frees- of spitmachientje mag er dan oud en der dagen zat zijn uitzien, het doet het werk prima.
Binnen luttele uurtjes was de moestuin totaal omgeploegd en er ligt nu een bijna schoon plantbed te wachten op de plantuien, de zaden voor radijs, spinazie, wortelen en wellicht een bedje met Roseval aardappelen.

Het is een opluchting van de eerste orde dat ik nu alleen maar hoef te harken, te schoffelen en te planten en het bij moet houden.
Dat dan weer wel, maar daar heb ik in mijn tijdsbegroting, rekening mee gehouden.

Het spit- of freesmachientje van broer Rob, doet me denken aan zeer vervlogen jaren.
In de bollenstreek, waar ik ben opgegroeid, waren dergelijke tuinhulpjes vaak te zien op de velden alwaar de bollen uitgeplant moesten worden.
Vaak waren dat van die overgeschoten kleine perceeltjes grond.
Te groot voor een tractor, maar nét geschikt voor zo'n handig hulpmiddel.

Nog een herinnering van die tijd, de veenmol die mijn pa ving.
Een angstaanjagend beestje die alles wat hij in de grond op zijn weg tegen kwam aanvrat.
Zie voor uzelve en u bent het vast met mij eens.

Het gekke is, dat ik toen ik vandaag het freesmasjien zag, ik meteen moest denken aan de veenmol....
Het zal wel komen door de uitsteeksels van het machientje wat Rob meebracht.
Maar het zal ook wel te maken hebben met de herinneringen uit mijn jeugd.

Morgen ga ik mij lekker te buiten aan het aanschaffen van zaden en zo meer voor de moestuin.

Wat rest is dat ik een plantschema moet maken voor één van de borders in de tuin.
Geen idee wat het moet gaan worden....
Ach was ik maar wat meer bedreven in het maken van dergelijke zaken.
Misschien moet ik eens bij Modeste Herwig langs.
Die schijnt daar erg goed in te zijn.

woensdag 28 maart 2012

De tuinman, met recept!


In de schone kunsten hebben tuinmannen vele schilders geïnspireerd tot het maken van prachtige schilderijen.

Seurat bijvoorbeeld, een afbeelding van één van zijn schilderijen ziet u hierboven.

Ik pak er nog eentje bij en wel die van Renoir, het heet "Conversation with the Gardener". In het frans zal het wel anders getilteld zijn, maar ik ben meer engelstalig georiënteerd.


Omdat beide schilderijen gemaakt zijn door franse schilders, onhoudt ik u niet een recept voor een zomers hapje.
En het is niet tapínade, maar tapénade.

Ingrediënten voor 8 personen

•5oo gr. gedroogde of gezouten zwarte olijven,liefst uit de provence
•4 teentjes knoflook,geperst
•8 ansjovisfilets,uitgelekt en fijngesneden
•4 el kappertjes
•1 tl grof gemalen zwarte peper
•4 el olijfolie
•1 tl verse oregano,tijm of verse basilicum
•2 el cognac,indien gewenst
•zeezout en zwarte peper naar smaak.

Hulpmiddelen


•Eventueel een keukenmachine,of anders een goede vijzel.

Bereidingswijze

•Ontpit de olijven en snij ze fijn.Stamp in een vijzel(de traditionele methode)de olijven verder fijn,voeg de knoflook,ansjovisfilets,kappertjes en peper toe en wrijf alles tot een grove pasta.
•Gebruikt u een keukenmachine maal dan het mengsel met korte pulsen van 5sec. tot een grove pasta.
•Voeg de olie druppelsgewijs toe tot u een smeuig mengsel hebt.Roer de oregano(of tijm of het basilicum)en evt. de cognac erdoor.
•Breng de tapenade op smaak met peper en zout.
•Serveer de tapenade koud met geroosterd brood,jonge groenten,gekookte eieren of een kombinatie daarvan.
•Tapenade blijft afgedekt ca.2 weken goed in de koelkast.

Perikelen van een tuinierster


Kijk..... dat is nu mijn (loffelijk) streven.
Mooie groenten uit een al even mooie moestuin.
Die moet er natuurlijk onberispelijk bijliggen.

Ik zal het maar eerlijk bekennen, het is één groot drama aldaar.
Kapot gevroren watervaten, stom die moet je leeg laten lopen voor de vorst invalt.
Een verdwaalde snoeischaar die nu wel bij het oud ijzer kan.
Drie potjes die ergens vast liggen te groeien in het welig tierende onkruid.
Een tuinkas die van binnen en van buiten groen uitgeslagen is door de algengroei.
De haagbeuk die me het bijna belet om de moestuin überhaupt te betreden.
Maar het ergste is het groen, dat wat er niet hoort.
Wij hebben alles qua onkruid wat een mens niet wenst.
Hondsdraf, akkerwinde, zevenblad, brandnetel, van dat stevige gras wat overal tussendoor woekert... Noem het maar op en het is hier te vinden.

Kortom ik was vandaag een "grumpy gardener".

Maar ik moest er nu toch echt mee aan de slag.
Dus laarzen aan, tuinhandschoenen opgediept, kruiwagen klaargezet, schoffel en spitvork mee.
Daar ging ik dan, met de moed der wanhoop die in mijn laarzen als een blok beton aanvoelde.
Eerder was het nog niet gelukt, de mooie dagen van de afgelopen week gingen finaal aan me voorbij.
Een fikse verkoudheid, idioot veel werk en heftige spierpijnen gaven me een vrijbrief om maar niet aan de tuin te hoeven beginnen.

Maar vandaag kon het dan echt niet langer, er moest gebuffeld worden.
Ik trooste me met de gedachte dat tuinieren een vorm van sport is waar je oneindig veel caloriën mee verbrand.
Dat laatste is ook wel nodig, want in de winter maak ik blijkbaar wat extra kilootjes aan.
En die moeten er ook eigenlijk weer af. Dat schijnt wel zo gezond te zijn.

De kruiwagen werd fluks gevuld met snoeisel van de haagbeuk.
Ondanks de wel heel erg strenge vorst, doet de haagbeuk het zo goed, dat ik een vreugdevuur kan maken van alle afval.
Dat doe ik maar niet, want vorige week waren we wat hout aan het opstoken in de vuurkorf en plots stond de milieupolitie op het erf.
De vuurkorf, of in van der Steltaal 'vuurkorven' dat mag niet meer.

Vervolgens heb ik alle uitgebloeide staken van de aardpeer uit de grond gerost. Dat ruimt zo heerlijk op!
Aardperen, begin er maar niet aan, het is een plaag.
Mits u varkens houdt want die schijnen er dol op te zijn.

Het is slecht werken in een tuinkas waar je niet doorheen kunt kijken.
Dus gewapend met schrobber, emmers met heet water en azijn en later de tuinslang, heb ik ook deze klus geklaard.
Weer wat geleerd, want als je aan het schrobben bent op die groene troep, moet je meteen de ellende er goed afspoelen met heel veel vocht, anders koekt het nét zo hard weer vast.

Het spitten van het tuinkasje was nog wel het minst inspannend.
Nu staan er weer miniplantjes in.
Het is wachten op de eerste sla, bloemkool, paksoi en andijvie.

Onkruid vergaat niet. Ook niet door vorst van min twintig en meer.
Rozen echter wel.
Mijn zo geliefde roos "Wedding Day" heeft het loodje gelegd.
Hieronder nog een plaatje van de roos in betere tijden.


Nu had het ding al een slechte start en een moeilijk verleden.
Maar ik zal de bloei van de roos wel gaan missen....
Niets is voor eeuwig, behalve het weten dat de eeuwigheid voor altijd is.

woensdag 21 maart 2012

Het vlies voor de maand maart

Ach wat heb ik het toch druk.
Tuut, tuut, tuut, net Truus de Mier..... uit de Fabeltjeskrant. Voor iedereen die niet van mijn generatie is, google er maar eens naar.

Ik kom eigenlijk nauwelijks toe aan een leuk schrijfseltje voor de blog.
Als je hoofd zo vol zit, je handen steeds aan het werk zijn en het lijf ook, dan blijft er weinig tijd over voor een lollig, of onderhoudend stukje schrijverij.

Maar tussen alle bedrijvigheid door heb ik wel een heel erg mooi kaardvlies gemaakt.


Als u ook gek bent van narcissen, krokussen, (paas)-eieren, advocaat met slagroom en meer vrolijk geel, dan is dit uw kaardvliesje.

Het is samengesteld uit twee kleuren merinowol, witte merino en gekleurde bamboe en bananenvezels.
Ja dat laatste is ook zoiets...
Bananenbladeren hebben een lange vezel en zijn ook heel goed te verwerken als vezel voor het spinnen en het vilten. Het is maar dat u het weet!

Zo langzamerhand veroveren de plantaardige vezels de markt.
Dat is niet voor niets. Ze zijn vaak van een prachtige textuur, glanzend en zacht. Ze voegen wat toe aan een vilt- of spinwerkstuk.

Probeer het eens uit.
Kleiendraad heeft al een aantal mooie plantaardige vezels opgenomen in het assortiment.

zaterdag 3 maart 2012

Oer Hollands


Niet moeders mooiste. ten minste dat vind ik.
Het Texelaar schaap is er niet alleen in de witte uitvoering maar ook in de 'blauwe' variant.
Wat is nu 'blauw' in dit geval??
Het is eigenlijk een aanduiding voor grijs. Tja what's in a name?

De Texelaar is ontstaan uit kruisingen van een aantal andere rassen schapen.
En zie, hier komt ook weer het Wensleydale Longwool schapenras eventjes om de hoek kijken.
Om meer karkasgrootte in het dier te bewerkstelligen werd de Wensleydale ingezet in de zoektcht naar een nog economischer schaap.
Meer vlees, hoe meer vlees hoe beter.
Dat levert meer geld op en daar gaat het allemaal om.

Nu heeft de Wensleydale een raar eigenschapje.
Opeens piept er een bruin lam tussendoor.
En die genen hebben zo hun weerslag op een nieuw ras.
Er werden dus ook bruine Texelaars geboren.
Waarschijnlijk hebben ook andere rassen weer gezorgd voor de inbreng van wat kleur in de Texelaar.
Kruisingen ontstaan nu eenmaal door veel te spelen met diverse genen van vele rassen.

Nu even naar de wol van het Texelaar schaap en wat u er als spinner mee kunt doen.
Ten eerste is het een wolsoort die gemakkelijk spint, het heeft een realtief lange vezel en is dus ook geschikt voor beginnende spinners.
Ten tweede heeft de Blauwe Texelaar de unieke eigenschap om heel veel kleur te hebben in één vacht.
Het spinnen wordt dus nooit saai.

De lammeren worden diepdonkerbruin geboren, maar dat hele donkerbruine gaat er al snel af als het dier wat ouder wordt. Dan heeft het opeens die vele kleurtjes in de vacht.

Onze leverancier van de Blauwe Texelaar wol heeft hier een bulkbag wol afgeleverd.
Het is van de eerste scheringen van deze schapen en het uitzoeken is een feestje.
Het is net alsof je in een kleurendoos met natuurtinten aan het graaien bent.

We verkopen het per kilo.
Mooi spul en tegen een wel heel aardige prijs.
Neem een kijkje op de website van kleiendraad bij de categorie ruwe wol ongewassen en ongekaard en bestel!

Het is hartstikke mooi, een oer-hollands product en het heeft een redelijk zachte vezel.