woensdag 28 maart 2012

Perikelen van een tuinierster


Kijk..... dat is nu mijn (loffelijk) streven.
Mooie groenten uit een al even mooie moestuin.
Die moet er natuurlijk onberispelijk bijliggen.

Ik zal het maar eerlijk bekennen, het is één groot drama aldaar.
Kapot gevroren watervaten, stom die moet je leeg laten lopen voor de vorst invalt.
Een verdwaalde snoeischaar die nu wel bij het oud ijzer kan.
Drie potjes die ergens vast liggen te groeien in het welig tierende onkruid.
Een tuinkas die van binnen en van buiten groen uitgeslagen is door de algengroei.
De haagbeuk die me het bijna belet om de moestuin überhaupt te betreden.
Maar het ergste is het groen, dat wat er niet hoort.
Wij hebben alles qua onkruid wat een mens niet wenst.
Hondsdraf, akkerwinde, zevenblad, brandnetel, van dat stevige gras wat overal tussendoor woekert... Noem het maar op en het is hier te vinden.

Kortom ik was vandaag een "grumpy gardener".

Maar ik moest er nu toch echt mee aan de slag.
Dus laarzen aan, tuinhandschoenen opgediept, kruiwagen klaargezet, schoffel en spitvork mee.
Daar ging ik dan, met de moed der wanhoop die in mijn laarzen als een blok beton aanvoelde.
Eerder was het nog niet gelukt, de mooie dagen van de afgelopen week gingen finaal aan me voorbij.
Een fikse verkoudheid, idioot veel werk en heftige spierpijnen gaven me een vrijbrief om maar niet aan de tuin te hoeven beginnen.

Maar vandaag kon het dan echt niet langer, er moest gebuffeld worden.
Ik trooste me met de gedachte dat tuinieren een vorm van sport is waar je oneindig veel caloriën mee verbrand.
Dat laatste is ook wel nodig, want in de winter maak ik blijkbaar wat extra kilootjes aan.
En die moeten er ook eigenlijk weer af. Dat schijnt wel zo gezond te zijn.

De kruiwagen werd fluks gevuld met snoeisel van de haagbeuk.
Ondanks de wel heel erg strenge vorst, doet de haagbeuk het zo goed, dat ik een vreugdevuur kan maken van alle afval.
Dat doe ik maar niet, want vorige week waren we wat hout aan het opstoken in de vuurkorf en plots stond de milieupolitie op het erf.
De vuurkorf, of in van der Steltaal 'vuurkorven' dat mag niet meer.

Vervolgens heb ik alle uitgebloeide staken van de aardpeer uit de grond gerost. Dat ruimt zo heerlijk op!
Aardperen, begin er maar niet aan, het is een plaag.
Mits u varkens houdt want die schijnen er dol op te zijn.

Het is slecht werken in een tuinkas waar je niet doorheen kunt kijken.
Dus gewapend met schrobber, emmers met heet water en azijn en later de tuinslang, heb ik ook deze klus geklaard.
Weer wat geleerd, want als je aan het schrobben bent op die groene troep, moet je meteen de ellende er goed afspoelen met heel veel vocht, anders koekt het nét zo hard weer vast.

Het spitten van het tuinkasje was nog wel het minst inspannend.
Nu staan er weer miniplantjes in.
Het is wachten op de eerste sla, bloemkool, paksoi en andijvie.

Onkruid vergaat niet. Ook niet door vorst van min twintig en meer.
Rozen echter wel.
Mijn zo geliefde roos "Wedding Day" heeft het loodje gelegd.
Hieronder nog een plaatje van de roos in betere tijden.


Nu had het ding al een slechte start en een moeilijk verleden.
Maar ik zal de bloei van de roos wel gaan missen....
Niets is voor eeuwig, behalve het weten dat de eeuwigheid voor altijd is.

1 opmerking:

  1. Ik was op zoek door een aantal van uw blogberichten op deze site en ik denk dat deze website is echt informatief! Houd op de uitvoering van up.This site is echt nuttig voor ons.
    http://www.inuwtuin.nl/tuinkasten

    BeantwoordenVerwijderen