vrijdag 29 april 2011

Koninklijk breien




U was misschien ook wel één van de miljoenen kijkers, wat zeg ik, misschien wel één van de miljarden mensen die vandaag The Royal Wedding" hebben bekeken.
Ik was er ook eentje van.
Maar ik had een goed excuus. Ik kijk ook vanuit een soort van beroepsmatige belangstelling naar de bruid.
De bruidsjurk dus!
Niet zozeer hoe het er uit ziet als wel hoe het gemaakt is.
Via de latere BBC uitzendingen op de dag, leerde ik er meer van en van de bruidsjurken van Elizabeth, Diana, Sarah (Fergie), Camilla en nu van Catherine.
Ja ze heet nu geen Kate meer, dat is te gewoontjes, maar Catherine.

Die jurken zijn bijna allemaal gemaakt met verwijzingen naar historie, bloemen en figuren van bepaalde engelse graafschappen en meer fraais.
Alles is natuurlijk handgemaakt.
Dat kan ook niet anders, het borduurwerk, het opnaaien van pareltjes, edelstenen en meer moois, kan niet met de masjien.

Vele uren van vakvrouwschap (het zijn toch vaak vrouwen die dit werk doen) gaan er in zo'n bruidstoilet zitten.
Die engelsen zijn er erg goed in.
Wie de serie "The Tudors" heeft gevolgd op televisie heeft daar al kennis van kunnen nemen.

Van vakvrouwschap is ook sprake bij de ontwerpster van bovenstaande poppen.
Alles is handgebreid en de gebreide Royal Family, lijkt wel erg goed!
Zelfs de Corgi's van de Queen konden niet ontbreken op de balkonscéne.
Maar helaas, ze waren er vandaag niet bij.
Dat had de dag wat extra sjeuigheid kunnen geven.
Want het was allemaal wel erg strak en stijfjes.
Dit in contrast met de gebreide Royals waar ik erg om moest lachen toen spinvriendin Anda, mij de bovenste foto stuurde.

Ik zocht wat verder op het internet.
Wat blijkt, u kunt ook in het bezit komen van uw eigen engelse koninklijke balkonscéne met het verse echtpaar.
Er is een boekje met de beschrijvingen van de poppen.
Bij amazon.com is het te bestellen.
Er zijn al 50.000 exemplaren van verkocht.
Misschien staat straks in 50.000 huizen, de gebreide koninklijke familie te pronken op de kast.
Als kers op de (bruids) taart wordt de (kartonnen) draperie, bijgeleverd.

Ik heb een "koninklijk" garentje gesponnen op de beide nieuwe spinnewielen.
Ik ben een beetje in stijl gebleven, ik heb witte merino wol gesponnen met tussahzijde.
Het is mooi geworden, het lijkt net of er pareltjes door het garen heen zitten.
Dit is het effect van de tussahzijde.
Prachtig spul en geschikt voor een gebreide bruidsjurk.
Dat is weer eens wat anders dan een jurk van kant!

donderdag 28 april 2011

De opmaat tot twee koninklijke dagen....




U kunt er niet om heen en ik ook al niet.
Er staan twee koninklijke dagen voor de deur!

Allereerst hét huwelijk van de eeuw, van William en Kate.
En daags erna onze eigen koninginnedag.

Morgen vindt u mij achter de buis.
En achter het spinnewiel!

Vandaag kwam de bodedienst een enorm pakket van Louët afleveren.
Met daarin onder meer twee spinnewielen die hier als demonstratiemodellen gebruikt gaan worden.

Twee spinnewielen met koninklijke namen, namelijk "Julia" en "Victoria".
Ze spinnen beiden ook "koninklijk".
Het spinnen van hele dunne garens gaat heel gesmeerd en erg snel op deze beide wieltjes.
Door de "scotch tension" is de afremming heel erg fijn te regelen.
Uiteraard kunt u bij Kleiendraad langskomen om de beide "dames" uit te proberen.

De Victoria is erg compact, zeer licht in gewicht en helemaal inklapbaar.
Handig als men klein behuisd is of als men het wiel vaak meeneemt op reis.
Door het schuin geplaatste spingat, zit je ook beter achter het wiel.
Daar heeft Louët goed over nagedacht!!
De meeste vergelijkbare kleine spinnewielen hebben een rechtstandig vluchtgat.
Je gaat als spinner dan wat ineengedoken achter het wiel zitten en spinnen.
Niet zo best voor je rug en dat merk je na een uurtje wel in je rug.
Bij de Victoria heeft u daar dus geen last van.

De Julia is qua grootte te vergelijken met de S10.
Bijna net zo hoog en met dezelfde scotch tension als de Victoria.
Julia is in twee delen uitneembaar en relatief gemakkelijk te vervoeren en op te bergen.

Nu vraagt u zich misschien af of ik zo gek ben op koningshuizen.
Nou nee, dat is niet echt het geval.
Maar het huwelijk van Kate en "Wills" is een goede gelegenheid en excuus, om te gaan spinnen!
Ik ga lekker kijken, ondertussen "meters maken" en de kleur van het draadje wordt wit!
Kate zal ongetwijfeld een witte bruidsjurk dragen en dan val ik niet uit de toon met een gekleurd draadje.

woensdag 27 april 2011

White and black.....






Liesbeth, u weet wel de fotografe, heeft het erg druk!!!
Ze kiekt er lustig op los en krijgt vele hondenrassen voor de lens van haar camera.

Afeglopen zondag had ze de eer dat ze twee "Coton de Tulear" hondjes mocht vereeuwigen.
Ze zien er schattig en erg schoothonderig uit.
Maar ondanks hun uiterlijk zijn en blijven het echte honden die de gelegenheid te baat nemen om echt honds gedrag ten toon te spreiden.

Het was warm....
Zo warm dat het Fochteloërveen in brand stond.
De hele ochtend reden de brandweerwagens af en aan naar de plek des onheils.

Liesbeth ging met de eigenaren van de twee "Cotons" plaatjes schieten bij het vennetje aan de N381. Een mooi watertje, maar niet als het bijna is opgedroogd....
Na het spelen en het poseren van de hondjes, hadden ze er schoon genoeg van en namen ze een verkoelende duik in de plas.
Maar daar stond bijna geen water meer in!
Het resultaat was dat er twee hondjes tot halverwege wit waren en de andere helft was zwart.

Wat te doen?
Normaliter biedt het Fochteloërveen uitkomst.
Een lekker watertje waar je als hond heerlijk rond kunt poedelen.
Maar als de hele boel daar in de hens staat, dan kun je er beter niet zijn.
Je zal naar geschept worden door een Cougarhelicopter. Die ingezet werd als brandbusser.

Gelukkig kon onze poel in het weiland soelaas bieden.
De pomp had alweer enkele dagen gedraaid en het niveau van de vijver was weer lekker gestegen.
Fijn fris en helder water.
Na heel veel heen en weer zwemmen, waren de hondjes weer een beetje toonbaar.

Het leverde in ieder geval hele leuke kiekjes op.

dinsdag 26 april 2011

Oorlogsbuit (zie vorig logje)





De Polygonum Japonicum gaf zich dus uiteindelijk gewonnen....
Met volle overgave knipte ik met de snoeischaar een deel van de stengels en bladeren in kleinere stukken.
De eventuele verfstoffen moeten een kans krijgen om zo veel mogelijk los te laten uit de plantendelen.
Hoe fijner je het knipt, hoe beter. Maar ik vond het zo al goed genoeg.

Mijn verfpan kon ongeveer 1250 gram plantendelen herbergen en ik heb de pan verder gevuld met een litertje of drie aan water.
Doe je er teveel water in, dan kan de "verf" te waterig worden.
Je krijgt dan te weinig of helemaal geen kleur in de wol of zijde.

Het geheel heb ik een anderhalf uur laten koken op een laag vuur met het deksel op de pan.
Het rook ontzettend naar rabarber!!!
Ik vermoed dat deze plant heel veel oxaalzuur in zich bergt.
Het blijft bij een vermoeden, want ik heb niet geproefd.

Ondertussen heb ik 100 gram wol gebeitst met 10 gram aluin.
Die voorbehandeling is meestal noodzakelijk om een goed resultaat te bereiken.
Dat beitsen duurt ongeveer een uurtje, dus dat kon mooi in de tijd dat het "verfje" stond te sudderen.

Na anderhalf uur vond ik het tijd geworden om de pan met onkruid te zeven.
Doe je dit niet, dan heb je alle plantaardig materiaal in je wol zitten.
En krijg dat er nog maar eens uit!

Wat na het zeven overbleef was een roze-achtig watertje.
Wat zou het gaan worden?
Roze, groen of geel? Het is altijd weer een surprise want de kleur van het verfwater zegt niets over de uiteindelijke kleur van de geverfde wol.

Hup, de wol erbij.
Het zag er eerst wat groenig uit, maar na verloop van tijd werd het wat geelgroener van kleur.
Na een uur verven/sudderen op een laag pitje was het de tijd van de waarheid.
Dat is een moeilijk moment, grote kans dat als je het gaat spoelen, je geen kleur meer over houdt.

Maar het spoelen was zo gebeurd, geen uitvloeiïng van kleurstof!
Wat overbleef was een prachtige kleur lichtgeel met een zweempje groen.
Het is nog het beste te vergelijken met heel licht citroengeel. De foto geeft niet echt het resultaat weer. Maar ik ben dan ook geen goede fotografe.

Geel is weliswaar niet mijn kleur, maar als je iets plantaardig hebt geverfd, dan vindt je het vaak wel mooi.
De kleuren van plantaardig geverfde wol, zijn veel subtieler dan die van chemische verfstoffen.

Nu is het nog een kwestie van het uitvoeren van de "lichtproef".
Ik ga twee strengetjes spinnen en één strengetje hang ik voor het raam.
Het andere strengetje berg ik op in een lade. Ver weg van het daglicht.
Als na enkele maanden de twee strengetjes nog steeds dezelfde kleur hebben, dan is deze verfproef geslaagd!

Als u ergens Polygonum Japonicum tegenkomt, schroom dan niet om de stengels af te knippen en er mee te gaan verven.
Vooralsnog ziet het ernaar uit dat deze kleur lichtecht is.
Mocht het resultaat na enkele maanden toch tegenvallen, dan laat ik dat weten.

maandag 25 april 2011

Oorlogsvoering





De strijdbijl is mijn scherpe schoffel.
De vijand is Polygonum Japonicum. Hierna beschreven als PJ.

Ik neem mijn schoffel ter hand.
De strijdkreet klinkt, tadaaaaa, ik ga op oorlogspad.

"Geachte mevrouw, wat doet u hier met uw oorlogstuig?" klinkt het vanuit de border.
"Als ongewenst element zie ik mij genoodzaakt om u en uw manschappen te elimineren", is mijn antwoord.
"Wie geeft u het recht om ons aan te vallen?" luidt het repliek van het regiment der PJ's.
"Dit is mijn tuin, mijn grondgebied en u onderdrukt mijn uitverkoren bevolking der planten", breng ik te berde.
Hoongelach valt mij ten deel.
Wie denk ik wel dat ik ben? Met zo'n lullig schoffeltje maak ik geen schijn van kans.
PJ's volk blijkt hier al jaren te huizen, maar werd steeds ondergeschoffeld door een ander mens. Vandaar dat ik het volk der PJ's nooit eerder heb opgemerkt.

"Een onderdrukt plantenvolk geeft zich niet zo maar gewonnen" klinkt het vanuit de gelederen van het regiment van de PJ's.
"Ha, dat zullen we dan nog wel eens zien" roep ik.

Mijn schoffel laat mij in de steek! De stengels zijn te taai en de wortels van de PJ's zijn niet om door te komen.

Gierend vanuit hun stengels, staan de PJ's fier rechtop.
"U zult toch met betere middelen aan moeten komen dan met zo'n kinderachtig schoffeltje" krijg ik te horen.
"En u weet, u heeft u zichzelf ten doel gesteld om geen chemische wapenen te gebruiken in de strijd".
Ja dat weet ik, glyfosfaat oftewel Round-Up, gebruiken we niet.....
Dat is weer een punt in het voordeel van de PJ's.

Oké, ik haal de spitvork uit de moestuin.
"Oei nu worden we echt bang" klinkt het honend.....

Ook de inzet van dit oorlogstuig biedt geen soelaas.
Onwrikbaar zijn de wortels van deze plant.
Wat nu? Ik grijp naar mijn laatste middel.
De snoeischaar.... Een snelle en op termijn definitieve dood van dit onkruid.
Het wordt een lange termijn uitputtingsslag en dat weet ik maar al te goed.
Wekelijks zal ik alle opschot der PJ's moeten weghalen.

Verbeeld ik het me of zie ik de PJ's terugdeinzen???
Tsjjt plop, Tsjjt plop, klinkt het keer op keer en ik voer de stengels meteen af en ik deponeer ze in de kruiwagen.

Met een zielig plup, plup geluid belanden ze stuk voor stuk in de kruiwagen.
Eenmaal afgeknipt blijken het maar slappe jongens te zijn.
Een grote mond en veel drukte, maar stevigheid is ver te zoeken.

Bij de laatste stengel, hebben de PJ's nog een geheim wapen ingezet.
Een stiekeme brandnetel! Ik grijp er niets vermoedend met volle hand in.
Ik ben nu tot razernij gedreven en besluit om een deel van de stengels tot moes te knippen en te op te koken tot verfstof.
Dat zal ze leren!!!!!

Over de resultaten later meer.

zondag 24 april 2011

Een stiekeme infiltrant




Ieder jaar kijk ik uit naar de bloei van de irissen.
Ik heb ze in grote getale aangeplant.
Bij De Tuinkabouter in het dorp Oranje, hier vlakbij over de brug, vond ik ze.
Ik kocht treetjes vol met kleine planten die hier mooie volle pollen moesten gaan vormen.
Voor vijftig eurocent per plantje kan een mens nog wel eens iets in het groot inkopen.
Ze doen het goed tussen de hortensia's die ook in regimenten van tientallen zijn gepoot.
Dat is reuze handig want nu ze wat groter zijn, vullen ze de borders als een dolle.
Lastig onkruid krijgt (meestal) geen kans.

Voordat de hortensia's tot bloei komen en weer lekker zijn uitgelopen, lopen de irissen uit en gaan als eerste bloeien.
Het feest van de irissen duurt echter maar kort.
Wat mooi is, duurt nooit lang....

Dit jaar heb ik de strijd opgenomen tegen een gast die hier ongewenst is.
Zonder vooraankondiging heeft hij zijn plek ingenomen en wel vaak precies rond een polletje irissen.

Ik wist eerst niet wat het was, ik dacht nog aan een bamboesoort, maar na enig speurwerk blijkt het Polygonum Japonicum of "Japanese Knotweed" te zijn, of met de nederlandse benaming: Japans of Chinees knoopkruid.

Als er één plant is die een groeispurt aan de dag legt is het wel dit moeilijk uit te roeien onkruid.
Ondanks de droogte groeit het in hoogte wel zo'n vijf centimeter per dag!

Ik ging verder met mijn speurwerk op het internet.
Soms is het zo dat een plant toch goede kwaliteiten heeft.
Bijvoorbeeld als verfplant.
Wat blijkt? Je kunt er blauwe tinten mee verven. Maar ook geel en groen.
Het lijkt te mooi om waar te zijn.
Hoe moet ik er mee verven, moet ik met het blad aan de slag, de stengels of de wortels.
Daar vond ik geen goede antwoorden op.
Vaak blijft het bij wat algemene opmerkingen over het gebruik van een plant als verfleverancier en meer ook niet.

Uitproberen ga ik het niet, ik heb het druk genoeg met uitroeien van deze ellendeling.
Vanaf morgen is de oorlog verklaard aan deze infiltrant die het gemunt heeft op de uitroeiïng van mijn irissen.

De strijdbijl in de vorm van mijn superscherpe schoffeltje, staat al paraat.

zaterdag 23 april 2011

Wij hebben een paaslammetje!!!



Twee logjes vlak na elkaar.
Ja wat moet ik anders als ik niet naar bed kan?
Aflammeren is zoiets als je vlees in Croma braden "u moet er wel even bijblijven" was destijds de reclame slogan.
Het lam is geboren en de Wensleydale Longwool moeder (het is Belle) doet het goed.
De placenta is er ook al uit dus ik verwacht eigenlijk geen andere lammetjes meer van deze moeder.

Het ramlam is een flinke knaap. Grote lange poten, behoorlijk zwaar en hij is al wezen drinken.
Ik heb de antibiotica uit voorzorg al gegeven.
Daarna ging hij fluks bij zijn mama de smaak van het smerige goedje wegspoelen met een slok biest.

De bovendeur van de stal heb ik op een kier gezet.
Je zal maar net geboren zijn en dan zo'n relatieve koude nacht in moeten, brrrr.
Meteen stress bij de zwaluwen. De bovendeur van de stal is hun aan- en wegvlieg route.
Daar moest ik dus weer een oplossing voor verzinnen.
Ik heb maar een andere deur open gezet. Gelukkig begrepen de vogels mijn bedoeling en ze zijn nu weer in de relaxte modus beland.

Van Croma kom ik op het boterlam.
Vandaar de foto van het lammetje van boter, hier te zien op het kiekje.
Het is eenvoudig te maken met behulp van een vormpje van blik of van hout.
Een goede kookwinkel voorziet u van een dergelijk malletje.
Twee rozijntjes als oogjes en een stengeltje bieslook als halsbandje.

De halsband is voor dit lam nog toekomstmuziek.
Eerst maar eens groter groeien.
Met de volle melk van de moeder moet dat goed gaan lukken!

Mijn geplande ontbijt wordt morgen wellicht een brunch.
De roomboter met croissantjes bewaar ik maar even voor de tweede paasdag.
Als Bonnie en Betty ten minste niet gaan aflammeren morgennacht, want dat moet ook nog gebeuren.

De kleuren van appelbloesem




Ondanks dat de appelbomen zo verwaarloosd zijn, bloeien ze met volle overgave.
Die bloei duurt altijd maar kort en het valt me dit jaar op dat het helemaal snel gaat.
Vorige week was er nog niets te zien.
Moet je nu eens kijken, een boom helemaal vol met blommetjes.

Het ruikt ook zo lekker....
Zeker 's avonds als ik in het donker de honden nog even uitlaat en de laatste emmers water verschoon voor de ooien en hun lammeren.
Eigenlijk zou je je bed buiten moeten zetten.
Je valt dan in slaap in een geparfumeerde nachtlucht.

Ik heb, om de overvloedige blommenpracht visueel te bewaren, maar snel een foto gemaakt.
En toen dacht ik "ik zal eens een mooi kaardvliesje maken".
Dat kan nu veel gemakkelijker en sneller, want ik heb een electrische kaardemolen met een extra fijn beslag.
Superhandig voor het snel mengen van fijne wol en andere vezels.

Zo gezegd zo gedaan. Als grondtoon heb ik witte Nieuw-Zeelandse merinowol gebruikt.
Twee kleuren roze merino en een tintje appelgroen.
Een tikje zijde en bamboe voor wat glim.
Ik ben benieuwd wat het wordt als het gesponnen is.
Het eerste klosje is al vol.

Het tweede klosje kan vanavond of vannacht ook nog wel vol komen.
De reden daarvoor is dat Belle erg onrustig is.
Snuffelen in het stro, ongedurig, lammetjes wegduwen die haar in de weg lopen, graven in het strooisel...
Kortom er is waarschijnlijk een bevalling op komst.

woensdag 20 april 2011

Vandaag is Truus de mier mijn rolmodel... (tuut, tuut tuut, tuut)



"In het zweet des aanschijns, zult u uw brood verdienen".

Soms zijn de dagen zo druk, dat ik van voren niet meer weet dat ik ook nog van achteren leef. Vandaar dat ik nu even op mijn derriére zit!

Vandaag ben ik begonnen met de wolwas.
Neen, geen truitjes die gaan gewoon in de wasmachine.
Het wolwasprogramma doet de arbeid.
Maar ruwe wol van het Devon and Cornwall Longwool schaap, dat moet op de hand.
Met een speciale aanpak!
Het is supervet, touwachtig en als je het goed wast, dan wordt het echt wat.
Eerst gaan er keteltjes water op het gas. Het sop moet goed heet zijn.
Dan gaan er twee flinke eetlepels soda, een eetlepel biotex groen en een scheutje dubro citroen in de afwasbak.
Ondertussen pluis ik de lokken uit. Dat moet want anders blijven de lokken aan elkaar plakken.
Heet water in de afwasbak, wol erbij en roeren. Halfuurtje laten staan en dan heel vaak en veel gaan spoelen.
Daarna gaat het in de slacentrifuge en mag het buiten drogen.
De zon doet zijn best. De UV straling is een goed bleekmiddel.

Tussendoor doe ik even snel de mail.
De contacten met de schapenhouders moeten nodig worden aangehaald, iedereen heeft het warme weer in de bol. De schapen moeten wat eerder uit de jas.
Er komt weer veel wol aan binnenkort, dat moet straks ook weer worden uitgezocht.
Ik denk er nog maar niet aan.....

Met een kop koffie naar buiten.
Oh nee, dat kan niet, de tafels heb ik net in de olie gezet.
Die kunnen er weer een zomerseizoen tegen.

Ik vraag aan echtgenoot of hij spinazie heeft gezaaid in de kas.
Het antwoord is dat het nog niet is gebeurd.
Dat is dan nu aan de late kant, het kan beter buiten in de volle grond.
Maar de moestuin is nog niet gespit.....
Het onkruid groeit prima ondanks de droogte en sommige ongewenste elementen staan al in bloei. Hier en daar zijn de eerste zaadpluizen al te zien!
De schoffel en de spitvork worden opgediept uit de schuur.
Met donderend geraas komen alle werktuigen uit hun ophangstellage zetten.
Ik spring op tijd opzij, bezeer me aan de kloofmachine.
Oh ja er moet binnenkort ook hout worden gekloofd. Daar moet ik nog even notitie van nemen.

In de moestuin begin ik met forse tegenzin.
Spitten is niet mijn favoriete klus en het is zwaar werk.
Maar het knapt wel op!
Mijn nieuwe schoffeltje doet het uitstekend, lekker zo'n scherp schoffelblad.
Poes Mies ligt op de afvalberg te soezen in de zon.
Aan de andere kant van de haagbeuk die de moestuin scheidt van het weiland kijken vier schapen toe hoe ik tekeer ga.

Er gaat een lampje bij me branden.....
Schapen zijn prima grasmaaiers.
Ik hoef alleen maar een hekje open te zetten en de schapen gaan het gras kortwieken.
Dat scheelt weer een maaibeurt, de molshopen worden platgetreden en de grasmat wordt ook nog eens bemest.

Na het spitten loop ik terug naar de keuken.
Ik heb een prachtige prei meegenomen.
Overmorgen preitaart? Meteen een boodschappenlijstje maken.
Zijn de winkels eigenlijk wel open op Goede Vrijdag?
Ik dacht van niet... Morgen maar boodschappen doen.

Het avondeten is nog niet klaar.
Ha, dan kan ik mooi nog even twee kunststof tuinstoelen boenen.
Ze zitten onder een fikse algenaanslag.
Per stoel verbruik ik een schuurspons, een literfles azijn en een emmer water.
De boodschappenlijst wordt uitgebreid met de items die ik zojuist heb verbruikt.

Na het avondmaal ga ik weer achter de e-mail aan.
De woltransacties zijn bijna allemaal rond.

De boodschappenlijst is af.
Tanden poetsen en naar bed!
(ik heb een beetje spierpijn)

dinsdag 19 april 2011

Heibel met hoveniers



Telt u even mee?
Een Jonathan, een Elstar, een Groninger Kroon, een oude appelboom waarvan ik de naam niet weet, een Conference en een Gieser Wildeman.
Zes fruitbomen dus. Het is een hele verantwoordelijkheid!

Het uitzoeken was al een klus op zich, niet iedere appelsoort valt in de smaak, ze moeten ook nog een een beetje bewaarbaar zijn en elkaar kunnen bestuiven.
Omdat ik er weinig verstand van heb, maar fruitbomen wel in een boerentuin horen, won ik advies in bij de hovenier twee dorpen verderop.

Hovenier Hans kwam langs.
Hij werd op slag verliefd op de oude appelboom die middenin de tuin staat.
De boom is waarschijnlijk tachtig jaar oud.
"Tja die boom heeft flink achterstallig onderhoud" concludeerde de groenman.
"Hij zit vol met waterloten en die moeten eruit".
De boom bleek ook nog eens een wanstaltige vorm te hebben door een tak die er niet hoorde en op schofthoogte van een duitse herder, aan de stam ontsproot.
"Die tak die moet er ook af" vertelde de hoveniermeneer.
Hovenier Hans ging een paar weken later na twee maal de afspraak verzet te hebben, uiteindelijk aan de slag.
Het was gelukkig een koud voorjaar, want zoveel weet ik wel van het snoeien van fruitbomen, je moet er niet te lang mee wachten anders is de sapstroom al op gang gekomen en bloedt de boom dood. Wat een naar idee......

Hovenier Hans kwam met een ladder, een motorzaag, beschermende kleding en goede moed.
Na een halve dag lag de halve boom in stukjes en beetjes op de grond.
Vermolmde delen, takken, takjes en houtmot.
De beste delen hout verzaagden we tot hapklare brokken voor de houtkachel.
Helemaal tot bovenin de kroon van de boom was hovenier Hans niet gekomen, de ladder was te kort.
De waterloten zaten daar nog steeds....

In hetzelfde jaar belde ik omstreeks december weer met hovenier Hans.
Ik wilde een afspraak maken voor een nieuwe snoeibeurt.
Ook de jonge aanplant moest gekortwiekt worden om zo een goed "gestel" te krijgen voor een stevige boom die ook een eeuw mee kan.
Ja ik ben een optimist!
Hovenier Hans werkte niet langer voor zichzelf maar was ingelijfd in een soort van "joint venture" van tuinvakbekwame lieden.
Onze fruitbomen zouden ingepland worden in de agenda van de hovenier.
Het leek potdomme wel alsof ik een afspraak moest maken met een medisch specialist.
De dame die ik aan de telefoon kreeg, deed zo arrogant, het leek nét alsof ze een nieuw beroep had uitgevonden, namelijk de professie van "herbarisch secretaresse".

De maanden verstreken en inmiddels was het alweer maart.
Waar bleef hovenier Hans???
Ik belde op zijn mobiele nummer, hovenier Hans was op een welverdiende vakantie!!
Eerder had hij geen tijd gehad, want in januari werkte hij niet en in februari was hij een week op wintersport geweest.

Eind maart kwam hij eindelijk langs, "tja het is wel wat laat voor het snoeien van fruitbomen" was zijn opmerking.
"Ik zal zien wat ik kan doen", ik vroeg of hij ook nog iets kon doen aan die waterloten in de kroon van de oude boom.
"Nee, dat doe ik niet, het is me veel te hoog" zei hij.
Knip, knip, daar gingen wat kleine takjes van de jonge fruitboompjes.
Uiteindelijk was het nog geen halve vuurkorf vol.
Weinig voedsel voor de houkachel.
De rekening was wel volumineus! Negentig euro en dat voor een kleine twee uurtjes werk.
Ik begreep opeens dat die vakanties natuurlijk ook betaald moesten worden, de herbarsich secretaresse ook en natuurlijk ook haar vakanties.
Ik gun iedereen immers een weekje of meer vrijaf.

We besloten om een andere hovenier de opdracht te gunnen.
Het werd hovenier Eric, iets dichterbij en hij deed het liefste fruitbomen, vertelde hij. "Dankbaar werk mevrouw", "die oude boom moet u koesteren en die jonge dingen, ach die moet u begeleiden in de groei".
"Mooi hoor dat u nieuwe fruitbomen aanplant" "de toekomst is toch boompje groot, plantertje dood, ha ha ha".
Dat is een waarheid als een koe en hoveniershumor, maar ik heb er vrede mee, het is ook wel een mooi beeld.
Ik laat toch wat achter voor de komende generaties.
Bloei in het voorjaar, een kroon van bladeren in de zomer waar je heerlijk onder kunt zitten en fruit als toetje in het najaar.

Met de afspraak dat hij ons zo snel als mogelijk zou terugbellen voor een afspraak, wachtte ik af.
Tot ik bijna een ons woog.

Eindelijk daar was hovenier Eric.
Een megaladder, een motorzaag, een zeil om onder de bomen te leggen "zo kan ik het afval sneller afvoeren" en goede moed, begon het werk.
"Wie heeft die oude boom gesnoeid mevrouw?" Ik zei dat een erkende hovenier de klus de voorgaande jaren had gedaan maar noemde geen namen. De wereld is klein en je weet maar nooit wat voor ellende daar weer van komt....
"Er zit een partij waterloot in die boom, daar lusten de honden geen brood van".
Ja dank je de koekoek, dat had ik ook al geconstateerd.
Er werd veel werk verzet, de oude appelboom zag er opeens toonbaarder uit en de andere fruitbomen droegen voor het eerst hun vruchten.
Ook hovenier Eric had dankzij ons een vruchtbare maand.
De rekenig bedroeg bijna het tweevoudige van die van hovenier Hans.
We zouden in het bestand van dit bedrijf worden opgenomen en we zouden vanzelf gebeld worden in het nieuwe jaar.
We spaarden vast voor de ongetwijfeld gepeperde rekening die ons in het volgend jaar ongetwijfeld te wachten stond.

Maar neen, geen telefoontje, geen e-mail en geen respons op onze telefoontjes.
We konden inspreken op een bandje van het antwoordapparaat, maar we werden niet teruggebeld.
Hovenier Eric was vast op vakantie en lag in een tuinstoel misschien wel te dromen over zijn zakelijke rekening.

De fruitbomen hebben inmiddels vertakkingen die er niet horen, één van de perenbomen staat ondanks de vakkundig aangebrachte steunpaal, zo krom dat de toren van Pisa er qua scheefheid niet aan kan tippen.
De waterloten in de anonieme appelboom, zitten er weer volop....

Volgend jaar gaan we met "beunhazen" in zee.
Jonge jongens die ook klussen doen bij de fruitbomenteler vijf dorpen verderop.
Dan maar geen erkende hovenier.
Het moet niet zo worden dat het zo iets wordt als "plantertje groot, boompje dood".

zaterdag 16 april 2011

Kaalheid is geen keuze....



Deze week was auteur Jaap Huisman te zien bij "Pauw en Witteman".
Hij heeft een boek geschreven over kaalheid en wat er aan te doen is.
De titel: "kaalheid is een keuze".
Ik moet direct toegeven, de schrijver (en onderhoudend verteller) ziet er beter uit met volle haardos dan zonder!
Het optreden van hem op de late avond in het gespreksprogramma, kwam als een teken aan de wand....

Kaalheid is voor de mens weliswaar misschien een keuze, voor schapen ligt dit toch wat anders!

Jorien onze oudste Wensleydale, is de moeder van drie jonge spring-in-het-jonge-lammer-verblijf en oma van een ramlammetje en een ooilammetje.
Tel daarbij de twee "zwarte" boys maar op van moederooi Claire en je hebt het grut compleet. Ten minste dat wat nu in de peuter- en kleuterafdeling huist.

Jorien is inmiddels een wat oudere ooi. Haar zwangerschap heeft veel van haar gevergd.
Maar dat weerhoudt Jorien niet van een niet aflatende zorg om haar nakomelingen, in directe of geheel niet directe lijn.
Ze is een geboren verzorgster en de lammeren mogen op haar klauteren, haar gebruiken als springplank en als trampoline.
Het deert haar in het geheel niet.
Gisteravond zag ik dat er wel drie lammeren bovenop haar rug stonden te dansen en behendigheidsspelletjes vanaf haar lijf deden.
Hup, een aanloop, een sprong, landen op de rug van Jorien en neerkomen in het verse stro.
Wat een lol!!! "Walibi World"is er niets bij.

Maar al dat gespring, gehops en het afzetten op de rug van Jorien, heeft een keerzijde.
De rug van oma is nu kaal... En niet zo'n beetje ook.
Mensen, het ziet er niet uit, het is een landingsbaan geworden, letterlijk en figuurlijk.

Ze schijnt er gelukkig geen last van te hebben.
De huid ziet er goed uit, maar het is geen gezicht!

Met de laatstgeboren lammeren gaat het allemaal goed.
Na een doorwaakte nacht, zie vorig logje, is het ramlammetje weer terug op stal bij zijn moeder en drinkt goed bij mama.

Zelf heb ik een dag moeten bijkomen na een doorwaakte nacht met flesjes geven om het half uur.
We hebben nu een band met elkaar, als hij me ziet komt hij direct naar me toe en komt hij eventjes zien of ik iets in de aanbieding heb.
We voeden hem nog een beetje bij. Maar het is niet echt meer nodig.
Zijn zus doet het ook prima!

Bij alle lammetjes zie je de krullenvacht van dag tot dag groeien.
Dat belooft wat voor de toekomst!
Een volle vacht, een gordijn van lokken en mooie wol.
Van kaalheid is voorlopig geen sprake.

woensdag 13 april 2011

Shit happens.....



Ik heb nachtdienst!
U vraagt zich misschien wel af wat ik weer zo laat op bed doe, het is nu al bijna drie uur, maar soms heb je geen keuze.

Vandaag, of eigenlijk gisteren, is Beatrix bevallen.
Daar had ik al meer dan een week op gewacht want ze had een fikse uier (cupmaat dubbel D) en haar " blije doos" was behoorlijk opgezwollen.
De bevalling ging voorspoedig.
Eerst werd er weer een ramlam geboren. Een bijzonder uit de kluiten gewassen heerschap met een brede kop en poten waarmee hij meteen kan steltlopen.
Geen gezicht!
Gelukkig hij kon de lange latten ook nog eens snel gebruiken en dook al meteen onder zijn moeder. Ha, dat ging goed!
Tot zover geen zorgen...
(Wacht maar tot u het verdere verloop leest)

Even later kwam zijn zusje ter wereld. Een pienter ding die ook al zo fluks het gebruik van de pootjes doorkreeg.
Sterker nog, ze is een geboren balletdanseres. Ze maakt prachtige passen door het stro en als het Nationaal Ballet zou komen scouten, dan maakt ze een grote kans op een interne balletopleiding aldaar.

Na nog enkele malen de moeder met kroost te hebben geinspecteerd en geconstateerd hebbende dat het allemaal wel goed ging, hebben we de bovendeur van de stal opengezet.
Dat was nu nét iets te voorbarig.
Wat we niet wisten was dat het ramlam een e-coli infectie onder de leden had.
We behandelen alle verse lammeren op aanraden van de veearts met antibiotica, maar dat doen we meestal na een paar uren.
Nu waren we net te laat!
De relatieve kou deed ook nog een lelijk schepje bovenop de ellende en we konden een onderkoeld ramlam bij de moeder vandaan vissen.

Hup naar binnen, biest maken, wiegje klaarmaken, kruiken erin en een hevig rillend lammetje begon voor zijn leventje te vechten.

Echtgenoot gaf het flesje met biest op schoot, op de bank.
Weliswaar met het lammetje in een badlaken gewikkeld, maar het ramlam begon met een diarree aanval die zijn weerga niet kende.
Echtgenoot zat onder, de bankhoezen ook en het lammetje had een compleet ondergescheten achterzijde.

We hebben een hondenbench, formaat duitse herder, binnen gezet en het lammetje wat niet meer in het wiegje wilde blijven erin gezet.
Grote opwinding bij de honden en poes Mies!!!
Met zijn allen zaten ze rond de bench. Het ramlam keek zijn ogen uit.

Het is verbazingwekkend hoe snel een lammetje opknapt.
Hij schreeuwt moord en brand en er moet om de drie kwartier waterige melk in.
Te veel melkpoeder in de oplossing, leidt weer tot extra poeperitis en we moeten zorgen dat hij heel veel vocht binnen krijgt.

Hij heeft inmiddels al zijn tweede benchverschoning achter de rug.
Hij is provisorisch gewassen met een kletsnatte handdoek en ik hoop dat hij van huis uit een dag- en nachtritme heeft.
Vooralsnog lijkt het er niet op!

De wasmachine draait op een kookwasprogramma.
De e-coli bacterie is een bacterie die een ieder bij zich draagt, maar een teveel van de bacteriebeestjes kan ook weer leiden tot narigheid bij de mens.
En dat kunnen we nu even niet gebruiken.

De volgende lammeren worden nu direct na de geboorte voorzien van een shotje antibiotica.
Dan maar even kiezen voor direct ingrijpen en niet wachten tot ze zijn opgedroogd en al lekker lopen rond te huppelen.

Iede jaar leren we meer en meer over de lammerij.
Met de e-coli bacterie hadden we gelukkig nooit eerder van doen gehad.
Nu wel en dan is het de vraag van "hoe komt het" en "hoe gaan we dit volgend jaar voorkomen".

Helaas kun je lammeren niet "pottytrainen".
Ach en als dat wel zo was, dan waren we nu al door ten minste drie grootverpakkingen toiletpapier heen geweest.

dinsdag 12 april 2011

Black and white




Even twee fotootjes van moeder Claire en haar twee zwarte zoontjes.
Alhoewel.... u zier er maar eentje.
Ramlammetje nummer twee is een eigenwijs vehikel. Hij heeft "wanderlust".
Hij stiefelt het hele kleuterverblif door op zoek naar een rustig plekje om heerlijk te gaan liggen soezen.
Ik kan hem geen ongelijk geven!
Moeder Claire is zeer luidruchtig en mekkert met een behoorlijk zware basstem haar ongenoegen uit over de hele situatie.
De hoeveelheid voer vindt zij te weinig.
Nondedju, er gaat een zak schapenbrok per dag door, plus nog een derde baal kuilvoer!
Ze hebben het misschien wel veel te goed.....

De zwartjes doen het prima. Hun pelsjes zijn nu grijzig-zwart en hun poten en koppies zijn diepzwart.
Het karakter hebben ze van hun mama. Ze houden zich op afstand van de verzorgers.
Dat wordt nog wat als deze heertjes bekapt, ontwormd en verzorgd moeten worden.

Marjan, de opppas van Kate tijdens onze vakantie afgelopen jaar, stuurde ons een leuke ansichtkaart. Met een wit en een zwart lammetje. Met een toffe tekst: "ieder huis heeft een zwart schaap nodig".
Hoe waar! Marjan bedankt!!!!

Met de andere lammtjes gaat het ook goed.
We zijn nu in de "behendigheidsfase" aanbeland.
Dat wil zeggen dat ze hun moeders of tante's gebruiken als klimrek en springtoestel
Daantje, het vernoemde ramlammetje, drinkt stiekem bij zijn moeder.
Daarnaast laaft hij zich aan de flesjes.
De grootste lammeren staan al mee te eten van de brokjes, dat kan ook want de tandjes zijn al aanwezig en het vermalen van de harde "bix" gaat zonder enige moeite.

Nog een paar weken en ze mogen gaan dollen in de wei.
Nu maar hopen op een paar fikse regenbuien, zodat het gras fiks gaat groeien.
Natuurlijk moet die regen 's nachts vallen. Dat is het mooiste.
Een lekker temperatuurtje overdag en een verkwikkend en groeizame buitjes nachts.

maandag 11 april 2011

Een plotselinge bevalling....




Soms worden lammetjes zo plotsklaps geboren dat je het bijna met je even met je ogen moet knipperen om er zeker van te zijn dat het echt gebeurd is.

Gistermiddag kwam Liesbeth langs, u weet wel, onze "Hof" fotografe.
"Hof" is haar achternaam en ze kiekt er hier ter plekke nogal eens lustig op los.
Als ze tien minuten langer was gebleven dan had ze een geboortereportage kunnen maken.
Maar daarover later meer...

De ooien die nog moesten aflammeren staan sedert zaterdag gelukkig op stal.
Kees O. onze hoevenbekapper en vaste scheerder, was bereid om ons te helpen om de weerspannige dames, binnen te zetten.
Kees is stevig, stoer gebouwd en kan die honderd kilo wegende Wensleydale ooien wel aan.
Hij pakt ze bij kop en kont en parkeert ze zonder er enige woorden aan vuil te maken (zonder vloeken en tieren) in de kraamstal.
We hebben namelijk een kraamstal en een peuter- en kleuterafdeling.
En passant heeft hij nog enkele dieren die buiten blijven, bekapt.
Het was al weer hard nodig.

Voordat de ooien naar binnen konden, heb ik de deel verder opgeruimd.
De caravan moest naar buiten om plaats te maken voor het peuter- en kleuterverblijf.
Rob en Angelique hebben ons geholpen met de laatste loodjes en het buiten zetten van de sleurhut.
Lieve broer en schoonzus, jullie zijn onmisbaar en mijn dank is erg groot.

Goed, nu weer terug naar zondagmiddag.
Liesbeth en ik stonden bij het afscheid nemen nog even te kijken bij de zwangere dames.
Ik had mijn twijfels over de dracht van één van de ooien. Ze was nu niet bepaald breed en had nauwelijks "uier".
Meer dan een "A-cupje" was het niet.
Teruglopend van Liesbeth's auto, kwam ik weer langs de stal.
De smalle ooi (Cato) lag in een hoekje, kop omhoog gericht en ze lag te persen!!
Ik keek nog eens goed naar haar achterkant toen ze weer ging staan en ja, daar zag ik toch een vliesje hangen... Even later een vochtblaas en toen ik snel handdoeken ging halen, voor "je weet maar nooit" kwam er heel snel een lammetje.
Cato keek er zelf erg van op, maar ze deed precies wat van een jonge en nieuwe moeder verwacht wordt.
Het lammetje werd volledig schoon gelikt, gelukkig het kwam in de pootjes en even later stond het bij moeder Cato.
Het drinken ging nog niet zo goed. Dus hebben we snel een zakje biest opgelost.
Na de biest had het kleine meidje zoveel pep gekregen dat ze zelfstandig door het gordijn van lokken van Cato, de tepel kon vinden.
Cato en de kleine meid staan nu in een apart deel van de kraamstal.
Wel zo rustig want Cato is een stresskip.

Met de andere lammetjes gaat het goed.
Het ramlammetje wat met de fles wordt grootgebracht, heeft nu een naam.
Hij heet Daan! En hij is vernoemd naar spinvriendin Anda.
Anda heeft mij recentelijk Groningen laten zien en dat was erg leuk!
Ter ere van haar en als dank, heb ik de letters van haar naam door elkaar gehusseld.

Nu nog even goed gaan nadenken over alle andere namen.

woensdag 6 april 2011

Genetische grabbelton




Verderop leest u meer over de aanleiding van de titel van dit stukje.
Maar eerst de inleiding, dat maakt het spannender!!

Tjeetje alweer zo'n prachtige lentedag! Het kan niet op.
Blijkbaar hebben de ooien er dan zin in. Ze gaan aan het bevallen.
Het komt bijna nooit op een gelegen moment.
Echtgenoot kwam er een klein uurtje voordat hij een avonddienst moest gaan werken en nog moest douchen, ook tot deze conclusie.

Toen hij de schapen buiten ging voorzien van brokken en kuilvoer, lag daar een lammetje.
Gelukkig stond zijn moeder erbij. Het probeerde al op te staan en was nog drijfnat van het vruchtwater.
Gelukkig deden de warme zonnestralen en een fikse wind wat opwekkend werk.
Echtgenoot kwam mij roepen en ik rukte twee versgedroogde aflammerhanddoeken uit de droger.
"Ja. één handdoek is wel genoeg" luidde het commentaar.
Tja, stress is slecht voor de onderlinge verhoudingen en echtgenoot is onder tijdsdruk niet op zijn best.

Hoe vang je een moederschaap die voor het eerst mama is geworden?
Met rust, kalmte en overredingskracht en een list.
Tja die eerste twee zaken hadden we even niet in huis. We bezonnen ons dus op een list.
Maar deze moeder gaf zich niet zo gemakkelijk gewonnen en koos de veiligheid van de kleine kudde. Temidden van haar collegaatjes, plopte ze er zowaar nog een lammetje uit!

We werkten de list uit. We plaatsten vier lammerhekjes tegen het hekje aan waarmee je in de achtertuin kunt komen.
Lammetje één legden we in dit hokje en lammetje twee tilde echtgenoot op.
De tweede handdoek kwam erg goed van pas!!
Langzaam achteruit lopend met het lammetje steeds in het zicht van de jonge moeder, kwam de ooi gelukkig mee.
Toen was het nog een kwestie van heel voorzichtig de ooi in het hekwerk manouvreren en snel de hekken sluiten.

Lammetje één tilde ik weer op en ik liep met mekkersokje nummer één, richting stal.
Met een tegenstribbelende ooi er achteraan die aan een halsband vastzat.
Hup deur van de stal open, lam erin, ooi erin en lammetje twee ophalen.

De stress was nu alom merkbaar!
Nelly met haar tweespan, Binkie die bij Nelly vertoeft en Jorien achter een afscheiding van lammerhekjes met haar drieling, het feest wat compleet.
Het was een pandemonium aan gemekker, geblaat (en de Wensleydale's hebben een zeer diep geluid) en een onderlinge stoelendans om de beste plekjes.
Ik heb het even laten begaan. Soms moet je een keuze maken en dan is het beter om de moeder eerst te laten bijkomen van de schrik.
Gelukkig toonde Nelly zich weer inschikkelijk en Binkie is een schat van een ram die gewoon in een hoekje gaat liggen en zich bezig houdt met het knuffelen van de kids van Belle.

Na een uurtje ben ik hekjes gaan plaatsen rond de jonge, verse moeder en haar twee zwarte lammeren.
Ja u leest het goed, ze zijn zwart! Met dien verstande dat ze nu ze zijn opgedroogd, zwart met een grijze ondertoon zijn.

Hoe kan dit??
De moederooi, Claire, is een product van een Wensleydale ram en een Gotland ooi.
Ze ziet er qua uiterlijke kenmerken uit als een Wensleydale maar is wat kleiner en wat meer gedrongen. Ze heeft ook een opvallende witte snoet en heeft niet zoals de Wensleydale's een blauwe snuit.

Als je zo als wij een verloofde uitkiezen voor haar, dan heeft zij het maar te doen met wij wij voorhanden hebben. En dat was Binkie.
Nu zwerft er aan haar vaderskant weer een bruine of zo u wilt een zwarte Wensleydale ram rond. Het kan niet missen of de opa van Claire, Herman, heeft zijn sporen bij deze lammeren nagelaten.
Het is ons nog nooit gelukt om zwarte lammeren te fokken.
Met deze twee knulletjes hebben we dan ook een mijlpaaltje bereikt.

Overigens is mama Claire helemaal geschikt als moeder. Ze doet het uitstekend en de twee knulletjes hebben nu al ronde buikjes en doen hun eerste springoefeningetjes.

Ter illustratie ziet op de bovenste foto een Gotland schaap en op de onderste kiek een koppeltje zwarte Wensleydale schapen.
Ik ben benieuwd naar de vachtjes vanuit deze genetische grabbelton!!!

dinsdag 5 april 2011

De twee zorgenlammetjes




We zijn alweer een aantal dagen verder.
De lammetjes die tot nu toe geboren zijn, vijf levende bij twee moeders, doen het gelukkig nu redelijk tot goed.

Op de bovenste kiek ziet u het ramlammetje wat als eerste de wereld kwam verblijden met zijn komst.
Ik moet nog even nadenken over een naam. Het moet met een D beginnen.
Donald? Darius? Dirk? Dries? Darryl? Darren? Deugniet?
Ik weet het nog niet. Het is wel een leukerd. Maar als je er veel met omtut, omdat het zorg nodig heeft, ga je je hechten en vind je ze al snel erg schattig....

Hij is een echt flesselam aan het worden. Moeder Jorien vindt hem ook wel leuk en verzorgt hem wel, maar melk geven aan hem?
Nee dat nu ook weer niet.
Hij zuigt blijkbaar anders dan de twee zusjes.
En daar is Jorien niet van gediend.
Je hebt die toestand al snel als je een lammetje even weghaald bij de moederooi.
Het eerste contact en het eerste zuigen is erg van belang.
Het geeft de hechting tussen ooi en lam.
Gelukkig doet ze niet lelijk tegen hem. Want dat kun je ook nog meemaken.

Zus één die vlak na het rammetje het stallicht zag, doet het erg goed!
Ze is goed op gewicht en springt al een beetje rond.
Zus twee, op de onderste foto, doet het redelijk net zo als het ramlammetje.
Voor haar is het kiezen van een naam niet zo moeilijk.
Ik heb haar al "De Dolle Dame" genoemd. Ze heeft me met haar gemekker de eerste nacht dat ze hier in huis in het "wiegje" lag, goed uit de slaap gehouden.
Ze heeft een rompertje aan. Het geeft iets extra warmte. Zo'n rompertje kan bij meidjes, want die plassen netjes van achteren en niet uit hun buik waar het piemeldingetje zit.
De babylingerie in kwestie wordt bij rammetjes dan drijnat en dat werkt de warmtewinst dan weer tegen.

Dierenarts Folkert is maandag langsgeweest.
Hij kwam voor pa Binkie. Die liep kreupel. Een hardnekkig hoefprobleem was de oorzaak.
Het was gelukkig snel weer te verhelpen met spray, antibiotica en nog wat hoefwegsnijden.
Binkie was nét bekapt, maar het hoorn groeit bij hem zo snel dat er weer een gedoe met zijn ene voorpoot ontstond.

Binkie stond uiteraard apart, gescheiden door lammerhekjes, van de moeders Nelly en Jorien en hun respectievelijke kroost.
Maar dat vond hij maar niks.
Hij voelde zich vandaag al zo goed dat hij over de hekjes is gesprongen, de idioot! Hij lag heerlijk te knuffelen met zijn kids.

Dierenarts Folkert kwam op tijd! Want het rammetje werd in de ochtend "minnetjes"
Het diertje lag slapjes in een hoekje.
Het rammetje bleek een e-coli bacterie infectie te hebben.
En als er één lam over de dam is waar het een infectie aangaat, dan is de kans groot dat ze het allemaal hebben.
Alle lammetjes hebben nu een kuurtje met spul om dit tegen te gaan.
Ze vinden het afschuwelijk en schuimbekkend zoeken ze hun heil bij de moeders.

De "teller" staat nu op twee ramlammeren en drie ooilammeren.

Schrik niet van de layout van dit berichtje.
De peecee is nagekeken bij de peeceedokter. Maar opeens werken vele fucties anders...

zondag 3 april 2011

Het lentegevoel....



Gisteren, zaterdag 2 april dus, was het goddelijk weer.
Zon, hoge temperaturen en wat krijgt een mens daar energie van zeg!

De deuren op de deel gingen "los" -drents voor "open"- en ik ging voor de tweede maal op rij de deel flink opruimen.
Ik had weer eens last van schoonmaak- en opruimkriebels.

Het was hard nodig. De hele winter hadden we allerlei zooi gewoonweg laten slingeren.
Manlief is daar een klein beetje beter in dan ik, maar we zijn allebei een ster in het troep niet wegdoen.
Vaak komt dat omdat we te weinig ruimte hebben in de "kliko", ten minste, dat excuus verzinnen we voor onszelf....

Hup daar gingen alle zakken wol die nog niet is uitgezocht, naar één kant van de deel.
Lege doosjes, voor het verzenden van bestellingen, haalde ik uit elkaar en vouwde ze allemaal netjes in twee grote dozen.
Glaswerk in tassen, dat gaat morgen naar de glasbak.

Manlief deed tuinwerk. Hij is begonnen in de kas.
Er stonden zowaar nog zes kropjes sla die de winter hebben overleefd.
Weliswaar overwoekerd met muur(t), maar dat was snel verwijderd.
De dames Jorien en Belle en ram Binkie die allen op stal staan, hebben zich aan de muur(t) tegoed gedaan. Het is ontzettend vitamine C rijk.

Nelly en Jorien hadden dusdanig uiervorming dat het gaan liggen, ernstig veel moeite kostte. De vracht inwendige lammetjes, zat ook in de weg.
Binkie staat op stal omdat er iets is met zijn voorpoot.
Hij kan er niet op staan.
De veearts moet nog komen.

Terwijl we de muur(t) gaven en stonden te kijken naar het tevreden geschrans, werden we verrast door twee laag overvliegende gevederde straaljagers.
Juist, de zwaluwen zijn weer terug!
Dat is een bijzonder moment.
Volgens mijn informatie zijn het familie's die feilloos de plek waar ze geboren en getogen zijn weer weten terug te vinden.

De avond begon te vallen. Hoe het kan weet ik niet, maar ik heb een voorgevoel voor naderende geboorte's...
En ja hoor, rond acht uur 's avonds ontdekten we een slijmspoor aan de achterkant van Jorien.
De beide dames waren bijzonder onrustig.
Wij proberen dan ook kalm te blijven, maar het is niet altijd gemakkelijk.

Na middernacht was er opeens het eerste (ram) lam.
Een brede snoet, net als zijn moeder.
Maar hij kwam niet echt lekker op gang. Dan gaan we aan de slag met droogwrijven en daar heb je heel wat badhanddoeken voor nodig.
Jorien was er mee in haar nopjes.
Flats, daar lag nummmer twee, een meidje die al meteen probeerde op staan en op zoek ging naar de tepel.
Het rammetje kwam maar niet in de pootjes. Het is dan zaak om wat te gaan doen.
Hij moet drinken om kracht te krijgen om vervolgens op te kunnen staan en beheersing te krijgen over zijn spieren.
Dus oplosbiest gemaakt, het ging er mondjesmaat in.

Druk waren we ermee en zonder dat we nog enige baringsweeën of activiteit van bevallen zagen, was daar nummer drie. Weer een ooilam.
Ook die had opstart problemen.

Uiteindelijk hebben we de twee zorgenlammeren, mee naar binnen genomen.
Daar is het warmer en verliezen ze geen kostbare energie aan het zichzelf warm moeten maken.
Twee wasmanden dienden als "wiegjes". Twee van die puppykleedjes (vetbed) erin en de lammetjes hebben we ingebakerd in vierdubbel opgevouwen dekbedovertrekken.

Ondertussen vond ook Nelly dat het haar tijd was.
Het Wensleydale Longwool schaap kent nauwelijks aflammerproblemen. Gelukkig maar, want we kwamen bijna handen tekort...
Opeens stond er een lammetje bij moeder Nelly.
De tweede liet wat langer op zich wachten.
Maar ook dat ging erg goed.
Helaas was lammetje nummer drie niet levensvatbaar. Het zag er raar uit en kwam al dood ter wereld. Dat is altijd sneu. Al die energie van de moeder om een lam te laten groeien, is dan voor niets.

Ik maakte weer een bedje voor mezelf op de bank.
De kookwekker zette ik op 90 minuten om daarvan wakker te worden en weer een plumpje opliesbiest in de lammetjes te gieteren.
De twee lammetjes lagen in hun respectievelijk wiegjes. Geen gezicht, die grote oren en die "blauwe" snuitjes erbovenuit. Het zijn net mini-ezeltjes.

Het ooilammetje was een gulzige drinkster. Het ramlammetje deed wat minder zijn best.
Ik besloot nog even te gaan slapen.
Maar daar had het meidje geen boodschap aan.
Luidkeels protesteerde ze. Ze wrong zich los uit haar "bedje" en ze wilde staan.
Tja, dan maar naar mama. Voor de zekerheid heb ik haar weer een rompertje aan gedaan. De overgang van de warmte van de woonkamer naar de koude stal is anders wel heel erg groot.
Er hangt wel een warmtelamp, maar toch.

Jorien was erg blij met de hereniging.
Het ooilammetje ging eens zien of ze goed kom staan en lopen.
Na twee minuten lukte dit en ze volgde het voorbeeld van haar zusje, de tepel van mama was wel erg aantrekkelijk.

's Ochtends hebben we ook het rammetje bij Jorien gezet.
Gelukkig accepteerde Jorien het feit dat er weer een handenbindertje bij was gekomen.

Stom genoeg hadden we geen lammermelk ingekocht. Meestal halen we een kilootje op voorhand voor "je weet maar nooit".
Mike v.d. M. bood uitkomst. Hij is al door de lammertijd heen en we konden wat oplosmelk komen ophalen.
Het ooitje heeft geen enkele belangstelling. Maar we hebben al gezien dat ze bij Jorien drinkt. Daar kan geen kunstmelk tegenop.
Het ramlammetje vindt het wel lekker. Hij drinkt wat uit het flesje. Maar we denken dat ook hij af en toe lebbert bij mama.

Mama Nelly doet het goed met haar kids. Dat is een hele zorg minder....

Uit ervaring weten we dat de eerste dagen cruciaal zijn.
We hopen op goed weer, warmte doet ook een hoop.

Helaas voor de zwaluwen maar de deur blijft nog even dicht!
Ze stellen hun "lentegevoel" maar even uit.

vrijdag 1 april 2011

Kleiendraad is dealer van Louët!







Ja, het is dan zover...
Kleiendraad is officiëel dealer geworden van de spinnewielen de spinaccesoires en de kaardemolens.

Oei, ik ben er zo trots op.
Na ruim dertig jaar spinervaring op de Louët spinnewielen, verkoop ik dan nu de oerdegelijke maar ook bijzonder practische artikelen uit de "stal" van Louët.

Met de Louët S10, het standaard model van deze nederlandse firma uit Lochem, maakte ik kennis op mijn opleiding tot aktiviteitenbegeleider.
Op "Huize Norel" in Epe werd ik geschoold in allerlei soorten van handvaardigheid, textiele werkvormen, keramiek, houtbewerking en "vlakke technieken".

Onder de bezielende leiding van docente Angéle, maakte ik kennis met wolverwerking.
Het spinnen op een echt wiel viel me nog niet mee....
Het werd "bungy-jump touw".
Na vele pogingen ging het steeds wat beter en werd ik wol- en spinverslaafd.

Nu geef ik zelf al jaren les. De verslaving geef ik van harte door aan mijn cursisten.

In al die jaren heeft de firma Louët ook niet stil gezeten.
De Louët S10 veranderde steeds iets van vorm en uitvoering en er kwamen (en gingen) vele andere types spinnwielen uit de fabriek uit Lochem.
De S10 bleef. Het werd een bestseller, die wereldwijd verkocht werd.
Die populariteit is niet voor niets, de S10 en veel andere type spinnewielen van Louët zijn echte toppers.

Omdat de vraag van cursisten naar een (nieuw) wiel zo groot werd, besloot ik om maar eens contact te zoeken met Louët.
Het werd een leuk gesprek met een aardige medewerkster.
Ik kan en mag hun producten verkopen en de vraag rees meteen of ik ook op de dealerlijst wilde op hun webpagina. Nou dat liet ik me geen twee maal vragen.
Ja natuurlijk wil ik met Kleiendraad op de lijst!!
's Avonds stond ik al tussen de andere verkopers.

Nu zit ik me een slag in de rondte te werken om al die producten op de website van Kleiendraad te plaatsen.
Naast de overbekende S10, zijn er nu de Julia, de Victoria en de kaardemolens en wat extra accesoires.

Kleiendraad is weer een stukje gegroeid.

De fotootjes hierboven zie je op de site van Louët, www.louët.nl