
Het was toch een beetje een domper.
Het bordje krijgt in ieder geval een mooie plaats. Voor het rammetje zoeken we nog een oplossing.
Volgens veel mensen kun je helemaal niet plantaardig verven met vlierbessen, maar toen ik eens na het snoeien van iets te veel takken die vol hingen met bessen toch de snoei- en takkenschaar ter hand nam en mijn trui vol met vlekken had die er niet uitgingen, besloot ik toch het experiment maar eens aan te gaan.
De wol moet je voorbeitsen met aluin volgens het normale recept. Dus kijk nog even bij het verfrecept met goudsbloemen.
Dan maak je een soep van vlierbessen. Je mikt echt een hele grote hoeveelheid in de pan en doet er een wat water bij. Je kookt het dus alsof je sap aan het maken bent. Heb je dit gedaan en zijn de bessen tot moes gekookt, dan zeef je het. Het sap doe je weer terug in de pan.
De voorgebeitste wol maak je nat, en doet dit in de pan met vlierbessensap. Het geheel laat je zo'n drie kwartier heel zachtjes koken en je laat de wol in de pan afkoelen. Daarna goed spoelen en de wol niet laten "schrikken".
Je kunt nog nabehandelen met wat ammonia, dan wordt de kleur ietsje dieper. Met vlierbessen bereik je een oud-roze kleur. In mijn experimenten bleef de wol goed kleur- en lichtecht. Ook na de "lichtproef" ik had één strengetje opgehangen voor het raam en daar hing het een half jaar. Een ander strengetje lag in het donker in de la van mijn bureau. Geen verschil!
Dus als je niet van vlierbessen houdt, gewoon een keer het verven proberen.
Het gebruik van "fabrieksverf" is erg eenvoudig. De beschrijving zit er keurig bij en er kan eigenlijk bijna niets fout gaan.